MLL-AF4 of KMT2A-AFF1 fusietranscript of t(4;11)(q21;q23) LG-138
Afdeling: Moleculaire Diagnostiek: Hematologie
Pathologie: Acute lymfoïde leukemie follow-upAanvraagformulier: Aanvraagformulier bijzondere hematologie - cytomorfologie | immunofenotypering | moleculaire analyses
Staaltype:
Voorkeur voor beenmerg EDTA; bloed indien klinisch relevant
Volume:
Beenmerg (min. 1 mL), 4 mL bloed (min. 3 mL, minder wordt niet aanvaard)
Uitvoering:
1x om de 2 weken
Antwoordtijd:
Max. 3 weken
Afnamecondities:
Vers afgenomen met vermelding afnametijdstip op aanvraagformulier (datum en uur)
Techniek:
RT-qPCR
Techinfo:
Na een positief resultaat voor MLL-AF4 of KMT2A-AFF1 met de HemaVision translocatie screening (zie `leukemie translocatie screening`) wordt het resultaat bevestigd met RT-qPCR. Deze ‘two step real-time PCR’ of RT-qPCR met behulp van een reverse transcriptase (RT) stap en een real-time PCR-reactie is gebaseerd op het gestandardiseerd EAC (Europe Against Cancer) protocol (Gabert et al, Leukemia 2003). Er zijn twee RT-qPCR ter beschikking voor 6 verschillende junctietypes, namelijk e9-e5 en e9-e4 (type 207) en e10-e5, e10-e4, e11-e5 en e11-e4 (type 208). Deze RT-qPCR test wordt voornamelijk gebruikt om de patiënten op te volgen voor minimale residuele ziekterest detectie of MRD en laat kwantitatieve analyse toe. Voor zeldzame junctietypes kan geen kwantitatieve PCR ingezet worden (kwalitatieve opvolging wel mogelijk). Om niet-patiëntgebonden variatie op de resultaten van opeenvolgende metingen en staalnames te corrigeren, wordt de expressie van het fusietranscript steeds genormaliseerd ten opzichte van een referentiegen. Vervolgens wordt het resultaat gerapporteerd als een relatieve waarde t.o.v. de waarde bij diagnose (uitgedrukt als percentage). Dit laat een (klinisch) duidelijke monitoring in de tijd toe waarbij een log-reductie of log-toename makkelijk kan worden geïnterpreteerd. Voor MLL-AF4 type 207 en type 208 werd theoretisch een detectielimiet van minimum 0.01% aangetoond. De gevoeligheid die behaald kan worden in het patiëntenstaal is echter afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit van het RNA en de efficiëntie van de reverse transcriptase stap. Dit kan sterk verschillen tussen verschillende staalnames van verschillende of éénzelfde patiënt. Daarom wordt bij een negatief resultaat, of een laag positief maar niet te kwantificeren resultaat, deze staalspecifieke detectielimiet gerapporteerd. Wanneer een gevoeligheid van 0.1% niet meer gehaald wordt, wordt het resultaat niet meer geïnterpreteerd.
Klinische info:
MLL-AF4 (KMT2A-AFF1) of t(4;11)(q21;23) is één van de meest frequent voorkomende 11q23 translocaties bij precursor B-ALL. MLL-AF4 wordt teruggevonden in 5% van de kinderen met ALL en bepaalde gevallen bij volwassenen met ALL. De hoogste frequentie wordt gezien bij infant ALL (kinderen < 1 jaar), nl 40-60%. Ook bij patiënten met een AML of een gemengd fenotype leukemie (mixed phenotype acute leukemia of MPAL) wordt deze translocatie t(4;11) gezien. In alle gevallen is deze MLL-translocatie geassocieerd met een slechte prognose.
Opmerkingen:
Het belang van de pre-analytische fase: De stabiliteit van het staal is beperkt (bepaling op RNA) zodat de verwerking van het monster (isolatie witte bloedcellen) zeker binnen de 48h na afname moet uitgevoerd worden. Daarom moet het staal zo snel mogelijk naar het labo Moleculaire Hematologie (MolHem) verstuurd worden, namelijk binnen de 24h na afname! Bewaring van het staal tot begin verwerking van de stalen of voor verzending naar het labo in koelkast bij 2-8°C. Terugbetaling: Deze test is 4x/jaar terugbetaald per follow-up jaar(RIZIV nr 588571-588582, B3000). Op die manier kan de MLL-AF4 qPCR monitoring voor eenzelfde patiënt slechts om de 3 maanden uitgevoerd worden en genieten beenmergstalen de voorkeur (betere gevoeligheid). De verantwoordelijk klinisch bioloog controleert daarom alle aanvragen en beslist of de test al of niet wordt uitgevoerd. Enkel in overleg en bij specifieke klinische indicaties kan dit aantal overschreden worden.
Detailinformatie:
Externe kwaliteits evaluatie:
UK NEQAS (United Kingdom National External Quality Assessment Service) / MODHEM netwerk (www.modhem.nl)
Accreditatie:
Ja (Accreditatie volgens BELAC-certificaat 087-MED)
Validatiedossier:
Ja
Gerelateerd:
Verantwoordelijke:
Apr. biol. B. Denys