Trombofiliescreening

Staaltype:

citraatplasma 3.8%

Volume:

6 mL

Uitvoering:

1x/week

Afnamecondities:

Citraatbloed (1 deel citraat + 9 delen bloed).

Verzending:

Ingevroren plasma

Opmerkingen:

Stabiliteit: 	4 uur bij kamertemperatuur of 1 maand bij –20°C. 

Bij trombofiliescreening hoort ook de FII-mutatie.FVLeiden kan enkel aangevraagd worden indien de APC-r ratio <2. 

Aanrekening:

553291 (553291-553302 Bepalen van anti-bŠta2-glycoprote‹ne antistoffen (IgG of IgM) B 700 (Maximum 2) (Diagnoseregel 106))

Diagnoseregel 106: in geval van aanwezigheid klinische criteria antifosfolipidensyndroom (vasculaire trombose en/of miskraam) of systemische lupus erythematodes

Aanrekening:

554072 (554072 - 554083 B 800 Opzoeken van een lupus anticoagulans (minimum twee testsystemen) (Maximum 1) (Diagnoseregel 106) Klasse 21)

Diagnoseregel 106: in geval van aanwezigheid klinische criteria antifosfolipidensyndroom (vasculaire trombose en/of miskraam) of systemische lupus erythematodes

Aanrekening:

554094 (554094 - 554105 B 200 Doseren van de antitrombine activiteit, exclusief de semi-kwantitatieve of immunologische methoden (Maximum 1) (Diagnoseregel 20) Klasse 12)

Diagnoseregel 20: aanrekenbaar aan RIZIV indien patiënt < 55 jaar met een trombotisch proces, indien patiënt met een familiale anamnese van recidiverende trombosen of in geval van diffuse intravasale stolling

Aanrekening:

554131 (554131 - 554142 B 300 Doseren van prote‹ne C (Maximum 1) (Diagnoseregel 20) Klasse 14)

Diagnoseregel 20: aanrekenbaar aan RIZIV indien patiënt < 55 jaar met een trombotisch proces, indien patiënt met een familiale anamnese van recidiverende trombosen of in geval van diffuse intravasale stolling

Aanrekening:

554153 (554153 - 554164 B 300 Doseren van prote‹ne S (Maximum 1) (Diagnoseregel 20) Klasse 14)

Diagnoseregel 20: aanrekenbaar aan RIZIV indien patiënt < 55 jaar met een trombotisch proces, indien patiënt met een familiale anamnese van recidiverende trombosen of in geval van diffuse intravasale stolling

Aanrekening:

554256 (554256 - 554260 (B300) Doseren van factor VIII (coagulans) (Maximum 1)(Cumulregel 351))

Cumulregel 351: De verstrekkingen 554256-554260 en 552473-552484 mogen onderling niet worden gecumuleerd in geval van behandeling met recombinante coagulatie factor VIII met lange werking

Aanrekening:

554433 (554433 - 554444 B 200 Bepalen van anti-cardiolipinen antistoffen (IgG of IgM (Maximum 2) (Diagnoseregel 106) Klasse 12)

Diagnoseregel 106: in geval van aanwezigheid klinische criteria antifosfolipidensyndroom (vasculaire trombose en/of miskraam) of systemische lupus erythematodes

Aanrekening:

554691 (554691 - 554702 B400 : Opzoeken van geactiveerde prote‹ne C resistentie (Maximum 1) (Diagnoseregel 20) Klasse 16)

Diagnoseregel 20: aanrekenbaar aan RIZIV indien patiënt < 55 jaar met een trombotisch proces, indien patiënt met een familiale anamnese van recidiverende trombosen of in geval van diffuse intravasale stolling

Accreditatie:

Ja (Accreditatie volgens BELAC-certificaat 087-MED)

Validatiedossier:

Ja

Laatste manuele bijwerking: KDV op 25/03/2010