 | | |
| Staaltype(s) | SGALAM Serum (oker met gel) - GALAM |
| Volume | 500 µL |
| Uitvoering | Elke dinsdag en vrijdag |
| Afnamecondities | Enkel uitvoerbaar op serum |
| Methode | Enzym Linked Immuno Sorbent Assay (ELISA) |
| Toestel | Euroimmuun Biognost |
| Technische info | Technische referentiewaarde volgens bijsluiter:
Ratio < 0.5: negatief
Ratio ≥ 0.5: positief |
|
| Klinische info | Interpretatie voor terugbetaling antifungale middelen volgens EORTC-criteria:
Ratio <1.0: negatief
Ratio ≥ 1.0: positief
Bij een serum galactomannan ≥0.7 en een BAL galactomannan ≥0.8 eveneens te beschouwen als positief. |
|
| Opmerkingen | |
| Aanrekening | 552031 (Opsporen van Aspergillus antigenen (Maximum 1) (Diagnoseregel 102)) |
| | Diagnoseregel 102: | De verstrekking 552031-552042, opsporen van Aspergillus antigenen, mag enkel worden aangerekend aan de ZIV indien deze wordt uitgevoerd voor een patiënt met een "gast" factor ("host factor") als gedefinieerd in de internationale consensus criteria van de "EORTC-IFICG/NIAID-MSG", maximum 3 maal per week, op voorschrift van een geneesheer-specialist. |
|
| Externe kwaliteits evaluatie | Zelf georganiseerde externe kwaliteitscontrole |
| Accreditatie | Nee |
| Validatiedossier | Ja |
| Bron referentiewaarden | Donnely JP., Chen SH, Kauffman CA, et al. European Organization for Research and Treatment of Cancer and the Mycoses Study Group Education and Research Consortium (EORTC/MSGERC) consensus definitions of invasive fungal diseases (IFDs). Clinical Infectious Diseases 2019; doi: 10.1093/cid/ciz1008
British Journal of Haematology, 126, 852-860 (2004) Prospective clinical evaluation of lower cut-offs for galactomannan detection in adult neutropenic cancer patients and haematological stem cell transplant recipients. J.Maertens, K.Theunissen, E.Verbeken, K.Lagrou, J.Verhaegen, M.Boogaerts, J. Van Eldere. |
| Referentiewaarden | Sex | Leeftijd (van-tot) | Referentiewaarde | Eenheid | | | Positief: >= 0.5 Negatief: < 0.5 | |
|
| LOINC/Albert/local code | Antwoord: 35671-7 Aanvraag: 35671-7 |
| Verantwoordelijke | Prof. dr. E. Padalko |
 | |