| | Cumulregel 326: | maximum vijf van de volgende bacteriële serologieën per analyseaanvraag: opsporen van antilichamen tegen Brucella, Legionella, antistreptolysines, Yersinia en/of Campylobacter, Borrelia, Leptospirose, RPR, TPHA; indien het opsporen van antilichamen tegen Yersinia wordt aangevraagd mogen maximaal nog 3 andere bakteriële serologieën worden aangevraagd (Yersinia serologie bestaat uit de serologie voor serotypes O3 en O9) |
|