 | | |
| Staaltype | serum en heparine |
| Volume | 120 µL |
| Uitvoering | Elke maandagmorgen en donderdagmorgen |
| Opmerkingen | Niet-treponemale Syfilis test: RPR of VDRL --> UZ Gent: RPR |
|
| Aanrekening | 552716 (552716 - 552720 B 80 Diagnose van infectie door Treponema in bloed of cerebrospinaal vocht met een techniek waarbij een niet specifiek antigeen (type RPR of VDRL) wordt gebruikt (Maximum 1) (Cumulregel 326) Klasse 6) |
| | Cumulregel 326: | maximum vijf van de volgende bacteriële serologieën per analyseaanvraag: opsporen van antilichamen tegen Brucella, Legionella, antistreptolysines, Yersinia en/of Campylobacter, Borrelia, Leptospirose, RPR, TPHA; indien het opsporen van antilichamen tegen Yersinia wordt aangevraagd mogen maximaal nog 3 andere bakteriële serologieën worden aangevraagd (Yersinia serologie bestaat uit de serologie voor serotypes O3 en O9) |
|
| Externe kwaliteits evaluatie | Sciensano |
| Accreditatie | Ja (Accreditatie volgens BELAC-certificaat 087-MED) |
| Validatiedossier | Ja |
| Bron referentiewaarden | Kwantitatief (titer) resultaat van RPR dient samen met resultaat van treponemale test en binnen specifieke klinische context geintepreteerd te worden. Geisoleerde titers <1/8, geinterpreteerd in hoger opgenoemde context, kan ook vals positief resultaat betekenen. |
| Referentiewaarden | Sex | Leeftijd (van-tot) | Referentiewaarde | Eenheid | | | Negatief | |
|
| LOINC/Albert/local code | Antwoord: 31147-2 Aanvraag: 31147-2 |
| Verantwoordelijke | Prof. dr. E. Padalko |
 | |