Partiële tandem duplicatie in KMT2A/MLL-gen (KMT2A-PTD of MLL-PTD ) LG-379
Staaltype:
Voorkeur voor beenmerg EDTA; bloed EDTA indien voldoende aantal blasten
Volume:
Beenmerg min. 1 mL, bloed 4 mL (min. 2 mL)
Uitvoering:
1x om de 2 weken / Antwoordtijd = max. 3 weken
Afnamecondities:
Vers afgenomen met vermelding afnametijdstip op aanvraagformulier (datum en uur)
Verzending:
Binnen 24h na afname
Techinfo:
In de routinediagnostiek wordt MLL-PTD opgespoord met een ‘two step real-time PCR’ of RT-qPCR met behulp van een reverse transcriptase (RT) stap en een real-time PCR-reactie. De PCR is gebaseerd op de assay van Weisser et al., Haematol 2005, maar met zelf ontworpen primers en probe. Het resultaat wordt enkel kwalitatief gerapporteerd. Gezien de achtergrondexpressie bij normale beenmerg- en bloedstalen, werd een cut-off bepaald. Een diagnostisch staal is positief als de relatieve waarde (t.o.v. kalibrator) groter of gelijk is aan 0.2 (zowel voor bloed en beenmerg). Belang pre-analytische fase - stabiliteit monsters: De stabiliteit van een staal voor moleculaire uitwerking bij een acute leukemie is beperkt en moet steeds bewaard worden in de koelkast (2-8°C). Deze screeningstest gebeurt op RNA, steeds in parallel met screening naar translocaties en andere chromosomale afwijkingen. Daar dit testen zijn op RNA, moet het staal (bloed of beenmerg EDTA) zo snel mogelijk na afname naar labo Moleculaire Diagnostiek - hematologie verzonden worden (binnen 48h isolatie van witte bloedcellen).
Klinische info:
Acute myeloide leukemie (AML) wordt gekenmerkt door een grote heterogeniteit aan genetische afwijkingen. De detectie van deze afwijkingen zijn zowel belangrijk voor de inschatting van de prognose als voor de opvolging van de therapie en het opsporen van minimale residuele ziekterest (MRD). Het MLL-gen (mixed lineage leukemia, officieel gensymbool KMT2A), gelegen op chromosoom 11q23, is vaak betrokken bij chromosomale translocaties in patiënten met AML. Er zijn reeds talrijke fusiepartners beschreven en meestal gecorreleerd met een slechte prognose. Naast translocaties kan ook een partiële tandem duplicatie (PTD) voorkomen in het MLL-gen. Hierbij worden een aantal exonen gedupliceerd in het gen. Deze MLL-PTD komt voor in 2-5 % van de patiënten met een cytogenetisch normaal karyotype (CN-AML) en is ook gecorreleerd met een slechte prognose (o.a. Kihara et al, Leukemia 2014). Een nadeel in de analyse van deze afwijking is dat ook bij gezonde individuen MLL-PTD expressie zwak kan gedetecteerd worden in het bloed (Ommen et al., Br J Haematol 2014). In de literatuur werd aangetoond dat MLL-PTD ook teruggevonden wordt bij MDS patienten (4-5%) en geassocieerd is met een ongunstigere overleving en een snellere progressie naar AML (Dicker et al, Leukemia 2010). Bovendien kan MLL-PTD zowel als een vroeg event (van belang in MDS pathogenese) als een laat event (verworven bij progressie naar AML) beschouwd worden. Vandaar dat deze analyse ook kan worden ingezet bij een bewezen nieuwe diagnose MDS. Op dit moment biedt MLL-PTD geen meerwaarde als MRD-merker voor opvolging van AML patiënten, gezien deze achtergrondexpressie op normale bloed- en beenmergstalen. Bovendien komt dit (zo goed als steeds) samen voor met WT1-overexpressie met een vergelijkbare sensitiviteit en specificiteit.
Opmerkingen:
Terugbetaling: Voor deze afwijking bij acute leukemie is er geen specifieke RIZIV tussenkomst, maar dit valt onder de algemene aanrekening bij moleculaire uitwerking AML (8x).
Accreditatie:
Ja (Accreditatie volgens BELAC-certificaat 087-MED)
Validatiedossier:
Ja
Gerelateerd:
Verantwoordelijke:
Apr. biol. B. Denys