EVI1 overexpressie

Staaltype:

Voorkeur voor beenmerg EDTA; bloed EDTA indien voldoende aantal blasten

Volume:

Beenmerg min. 1 mL, bloed 4 mL (min. 2 mL)

Uitvoering:

1x om de 2 weken

Antwoordtijd:

Max. 3 weken

Afnamecondities:

Vers afgenomen met vermelding afnametijdstip op aanvraagformulier (datum en uur)

Verzending:

Binnen 24h na afname

Methode:

RT-qPCR

Techinfo:

In de routinediagnostiek wordt EVI1 overexpressie opgespoord met een ‘two step real-time PCR’ of RT-qPCR met behulp van een reverse transcriptase (RT) stap en een real-time PCR-reactie. De PCR is een in-house ontwikkelde methode waarvan het resultaat enkel kwalitatief gerapporteerd wordt. Gezien de achtergrondexpressie bij normale beenmerg- en bloedstalen, werd een cut-off bepaald. Een diagnostisch staal is positief als de relatieve waarde (t.o.v. kalibrator) groter of gelijk is aan 2.0 (zowel voor bloed en beenmerg).

Klinische info:

Acute myeloide leukemie (AML) wordt gekenmerkt door een grote heterogeniteit aan genetische afwijkingen. De detectie van deze afwijkingen zijn zowel belangrijk voor de inschatting van de prognose als voor de opvolging van de therapie en het opsporen van minimale residuele ziekterest (MRD). Het EVI1 gen (ecotropic viral integration site 1, officieel gensymbool MECOM) is gelegen op chromosoom 3q26 en kan tot overexpressie komen bij patiënten met acute myeloide leukemie (AML) of myelodysplastisch syndroom (MDS). Bij volwassenen met AML is dit vaak, maar niet altijd, het gevolg van een inv(3)(q21.3;q26.2) of t(3;3)(q21.3;q26.2), die de GATA2 enhancer in de nabijheid plaatst van het EVI1 gen. Daarnaast kan EVI1 overexpressie ook voorkomen bij patiënten die geen translocatie hebben in deze chromosomale regio. Voornamelijk bij pediatrische AML patiënten met EVI1 overexpressie worden geen 3q26 herschikkingen terug gevonden. In totaal komt EVI1 overexpressie voor in 7-10% van de volwassenen met AML en tot 25-28% van pediatrische AML. Bij pediatrische AML patienten zien we een sterke associatie met megakaryoblastenleukemie en met een MLL-translocatie (~40% met EVI1 overexpressie hebben een MLL-herschikking). EVI1 overexpressie bij AML is gecorreleerd met een slechte prognose. Ook bij MDS is hoge EVI1 expressie geassocieerd met high-risk MDS en hoger risico op transformatie naar een AML. Op dit moment biedt EVI1 geen meerwaarde als MRD-merker voor opvolging van AML patiënten, gezien ook normale bloed- en beenmergstalen een achtergrondexpressie vertonen en de overexpressie bij diagnose meestal beperkt is.

Opmerkingen:

Belang pre-analytische fase - stabiliteit monsters: 
De stabiliteit van een staal voor moleculaire uitwerking bij een acute leukemie is beperkt en moet steeds bewaard worden in de koelkast (2-8°C). Deze screeningstest gebeurt op RNA, echter steeds in parallel met screening naar translocaties en andere chromosomale afwijkingen. Daar dit testen zijn op RNA, moet het staal (bloed of beenmerg EDTA) zo snel mogelijk na afname naar labo Moleculaire Diagnostiek (MolHem) verzonden worden (binnen 48h isolatie van witte bloedcellen). 

Terugbetaling:
Voor deze afwijking bij acute leukemie is er geen specifieke RIZIV tussenkomst. 

Externe kwaliteits evaluatie:

Zelf georganiseerde externe kwaliteitscontrole

Accreditatie:

Ja (Accreditatie volgens BELAC-certificaat 087-MED)

Validatiedossier:

Ja

Gerelateerd:

Verantwoordelijke:

Apr. biol. B. Denys

Laatste manuele bijwerking: BADE op 27/09/2022